Toen we hier in 2006 waren verbaasden we ons al om de bouwactiviteiten. Gigantische, flatgebouwen, kantoren en Casino’s werden opgetrokken, bijna allemaal foeilelijk. Brede boulevards de stad uit met glanzende dealers van Maserati, BMW, Mercedes. Zes jaar later blijkt dat onverminderd doorgegaan te zijn. De stad is enorm en nóg lelijker geworden.

We zijn nu in hotel Johannes Rau aan de Prospekt Gazety Pravda. Lenin nog in volle glorie middenin de stad. Het station in Stalinistische praal. Waar komt al die rijkdom vandaan? Grondstoffen hebben ze niet. Net als van Oekraïne willen de Russen marktprijzen voor hun olie en gas. Toch kost een liter diesel maar 73 cent. Door het hotelraam hoor ik bouwactiviteiten. Geen project ligt stil. De Spaanse vastgoedbel is hierbij vergeleken peanuts. Dit kan niet goed blijven gaan. Voor een euro krijg je inmiddels 10.000 roebel, maar de prijzen hollen naar het niveau van de eurozone. Ik zie geen Spaanse, maar Zimbabwaanse vooruitzichten. Misschien zouden ze beter af zijn als welvarende Sovjet Republiek. De redding moet in elk geval uit Moskou komen.