Met de monteur van Kamau’s Garage in Nakuru naast me in de auto maakte ik een testrit op zondag. De dag ervoor hadden hij en z’n collega’s nieuw schroefdraad in de wielophanging gedraaid om de gebroken bout te vervangen die niet in dezelfde maat te krijgen was. Op zeer slechte weg naar Kampala was de hele bout er weer uitgetrild en eruit gevallen. In het stikkedonker moesten we

op de drukke weg met vijf kilometer per uur terug naar de stad waar we na een ruzie met de nachtwacht van de garage en uiteindelijk een afspraak met de baas om op zondag de boel in orde te maken in hotel Merica de nacht doorbrachten.
Nakuru is met Eldoret de plek waar het geweld tussen de Kikuyu en de Luo losbarstte. De Luo stam werd met veel geweld de stad uitgejaagd. De hopeloosheid van de situatie kon niet mooier geïllustreerd worden dan tijdens die testrit. De enige manier om de bevestiging van de schokbreker te testen was door te rijden op een slechte weg. Ik wilde dus de weg naar Kampala op. Maar hij wist een betere route. Spiegelglad asfalt.
Wat was het probleem? Hij was Kikuyu en durfde niet in het gebied van de Luo te komen. President Kibaki is ook een Kikuyu, net als de vroegere leiders Moy en Kenyatta. Die hebben goed voor hun eigen stam gezorgd met, onder andere, goede wegen. Er waren dus geen slechte wegen om de auto te testen. Het stuk ten oosten van Nakuru tot de grens met Oeganda was Luo land. Daar waren de doorgaande wegen onbegaanbaar. Uiteindelijk reden we via het landgoed van Moy en het landgoed van de Kenyatta familie, die allebei uit deze buurt kwamen en het goed voor elkaar hadden met het wuivende graan op het land, toch naar de slechte weg om die zo snel mogelijk terug te rijden naar de stad. De monteur en de schkbreker hebben het overleefd.
In Nairobi reden we met een Luo in een taxi. Hij had sinds de onlusten geen huur meer betaald want de Kikuyu huisbaas durfde de wijk niet in te komen om de huur te innen. Elk nadeel heb z’n voordeel. In het noorden waar we zaten zijn regelmatig gevechten tussen de Pokot en de Samburu. Het gaat om vee. Ze stelen het van elkaar in tijden van droogte. Dat doen ze al eeuwen en blijkbaar allebei even goed want anders had de ene stam nu al het vee gehad en de andere niet. Dat deden ze altijd met speren die bij hun traditionele outfit horen, maar tegenwoordig ook met AK47s die ruim voor handen zijn met alle conflicten in de regio. Daarmee kan effectiever geroofd worden en meer, en met meer doden. Tradities veranderen.
De Kikuyu monteur vroeg hoeveel stammen er in mijn land waren. Eén, zei ik zonder er verder bij na te denken. In België hebben ze er twee en die zijn nu het land aan het verdelen in eigen stukken land, voegde ik er aan toe. Was dat geen idee voor Kenia? Nee dat kan niet, zei ook hij, ook zonder een moment overdenking. De Luo’s zijn bouwers. Zonder hen kunnen we geen huizen bouwen en wegen aanleggen. Zouden jullie dan niet moeten leren bouwen, vroeg ik. Zoiets raars had hij nog nooit gehoord.