Lange tijd heeft in de buitenlandse politiek wereldwijd het principe van territoriale integriteit van elke staat als leidend gegolden. Na de Tweede Wereldoorlog is het dekolonisatieproces doorgegaan, maar aan de grenzen van staten is vrijwel niets meer gecorrigeerd. De grenzen die in de eerste helft van de 20ste eeuw door de grootmachten werden getrokken en de bestandslijnen van beëindigde oorlogen liepen vaak dwars door volkeren heen of omvatten het grondgebied van meer dan één volk.

Het principe van het recht op zelfbeschikking voor ieder volk is vrijwel door alle leden van de Verenigde Naties onderschreven, maar slechts in uitzonderingsgevallen heeft de internationale gemeenschap een volk gesteund dat gebruik wilde maken van dat recht. De Muur is gevallen. De status quo tussen de machtsblokken is doorbroken. Vandaag liggen vrijwel alle bronnen van terrorisme en gewapende conflicten in gebieden die niet bestuurd worden door de mensen die er wonen. Het is hoog tijd voor een bezinning op het recht op zelfbeschikking voor de Europese buitenlandse politiek.

Bevrijdingsbewegingen zijn over het algemeen minder beschaafd en minder democratisch dan de regering in de hoofdstad. Er zijn geen romantische argumenten om aan de vaak terroristische organisaties de macht over een deel van het land over te dragen. Het recht op zelfbeschikking is een mooi liberaal principe, maar dat is geen reden om overal ter wereld vanuit dat principe zelfbeschikking af te dwingen. De geschiedenis leert dat er ook nog zoiets is als het recht van de sterkste, of in elk geval het recht van de winnaar. Bovendien zijn er veel volkeren die naar tevredenheid inwonen bij het volk van de hoofdstad of voldoende autonomie krijgen voor hun nationale aspiraties. Voor het vrije individu is het tonen van nationalistische sentimenten ook een beetje eng, zowel van de mensen die tot elke prijs de staat intact willen houden als van de mensen die hun stukje los willen maken.
De overheersing van een volk door een ander volk heeft duizenden jaren een belangrijke functie gehad in de menselijke evolutie. Stagnerende gemeenschappen werden door de overheersers op snelheid gebracht om zelf aan hun ontwikkeling te werken. Dat proces is over de hele wereld stevig in gang gezet en waar dat nog onvoldoende het geval is, hebben asfalt, Internet en satelliet TV de functie van de bezetter overgenomen. Het is economisch niet meer verantwoord een buurvolk te besturen als daarmee ook op basis van gelijkheid zaken gedaan kunnen worden. De fragmentatie van de wereld is ingezet als een onstuitbare trend en het is onze verantwoordelijkheid in de internationale politiek om dat proces met zo min mogelijk bloedvergieten te laten plaatsvinden.
Het ‘nooit meer oorlog’ van de Europese Unie krijgt zijn meest praktische uitwerking in het gemak waarmee een regio met een eigen identiteit zich kan ontwikkelen. Zeker in het gebied waar Schengen en de Eurozone samenvallen, heeft de natiestaat veel van zijn symbolen verloren: geen slagboom aan de grens, geen munt en nauwelijks nog een leger dat zonder partners een oorlog kan voeren. Behalve wat ambtenaren en ministers in Madrid, zou niemand het merken als de Catalanen zich geheel los zouden maken van Spanje, en omdat niemand het zou merken, is de urgentie van een breuk met Madrid ook minder groot. Tony Blair moet nog eens de Nobelprijs voor de Vrede krijgen omdat hij de Schotten en Welshmen meer autonomie gaf dan waar zij om vroegen. Zapatero was bijna zo ver met de Basken toen de ETA weer roet in het eten gooide en de Spaanse nationalisten gelijk kregen. De Vlamingen en Walen modderen nog even door.
Buiten de EU zijn er voorbeelden van scheidingen zonder kleerscheuren: Slowakije, Montenegro… De Sovjet Unie heeft landen als Moldavië, Oekraïne en Georgië misschien wat te gemakkelijk langs de bestaande provinciegrenzen afgeknipt waardoor er nu overal gedoe is. Er wordt nog geknabbeld aan Ossetië, Abchazië en Transdniestrië, maar al die ontwikkelingen naar zelfbestuur zijn onomkeerbaar. De grootmachten verliezen de aspiratie om over andere volkeren te heersen, want het maakt hen eerder zwak dan sterk. De liberale democratieën verliezen de aspiratie om grote legers op de been te houden. En als er al vijanden zijn, houden die zich niet aan de regels van het slagveld.
De steun van het volk voor bevrijdingsbewegingen is bijzonder flexibel. Hoe groter het machtsvertoon vanuit de hoofdstad, hoe groter de steun (ETA, PKK, Hamas, Tamils…). Een staat kan het recht verspelen een regio binnen zijn grenzen te besturen als het daar wonende volk onvoldoende vrij is zijn eigen taal en cultuur te behouden, maar de internationale gemeenschap dwingt dat zelden af (Servië). Constructies waarbij de volkeren binnen een staat defacto uit elkaar gegaan zijn terwijl in de hoofdstad gedaan wordt alsof het nog om één staat gaat (Bosnië, Irak, Soedan), zijn bijzonder instabiel.
Het broeit op veel plekken in de wereld en de ontwikkeling is maar in één richting: fragmentatie. Sommige staten willen hun ‘breakaway republics’ opnieuw onderwerpen (Georgië, Moldavië), langslepende stand offs kunnen om geopolitieke redenen elk moment gereactiveerd worden (Tibet, Tsjetsjenië) en er zijn gebieden waar afgedwongen separatie de enige oplossing lijkt omdat het perspectief voor één staat ontbreekt (Darfur). Bovendien ontwikkelen zich nieuwe haarden (de Krim, Transdnieprië, Transylvanië, Oost Birma). De richting is steeds naar kleinere eenheden.
Van irredentisme is geen sprake meer. De noordelijke Italianen (waar de term vandaan komt) willen niet het Italiaans sprekende deel van Tirol er bij, ze willen juist van zuid Italië af. Er wordt ook nauwelijks nog gesproken over een Groot Albanië of Groot Nederland. Rusland heeft de Krim weggegeven terwijl de bevolking van de Krim zich bij Rusland wil aansluiten. De Europese Unie maakt het mogelijk voor microstaten om binnen de Unie te overleven. De noodzaak om groot te zijn binnen de Schengen- en Eurozone is verdwenen omdat de zaken waarvoor het schaalvoordeel gold (munt, leger…) geen rol meer spelen. Waarom zou Sudetenland zich nog bij Duitsland willen aansluiten als het ook een zelfstandige buur kan zijn? Was de Duitse hereniging eigenlijk nodig geweest als de DDR was opgenomen in de EU? En is een Baarle Hertog oplossing denkbaar voor de Serven in Kosovo?
De Europese buitenlandse politiek
Buiten het (toekomstige) gebied van de EU is een neutrale opstelling noodzakelijk ten opzichte van separatistische spanningen en conflicten. Het kiezen voor de territoriale integriteit van een staat die meer dan één volk omvat, moet niet langer als leidend principe worden gehanteerd. Dat betekent ook dat we de hedendaagse Watergeuzen van de wereld niet steunen, maar hen ook met rust laten zolang zij niet dreigen met aanslagen op Europese belangen. In conflictsituaties kan de EU bevorderen dat een referendum wordt gehouden in het gebied dat om zelfbeschikking vraagt (Montenegro). Als ingrijpen onoverkomelijk is, vanwege de druk van de publieke opinie uit humanitaire overwegingen, moet dat ingrijpen gericht zijn op separatie en het fysiek uit elkaar halen van de strijdende partijen, zoals een schoolmeester vechtende groepen op het schoolplein scheidt.