In mijn hoedanigheid van hoofdredacteur van het orgaan van VVD Rotterdam, De Vrije Rotterdammer en als kandidaat voor de gemeenteraad schreef ik in nummer 310 een artikel in het verkiezingsnummer onder de titel ‘Integreren, hoe doe je dat?’ Werk, voorzien in je eigen inkomen, zelfredzaamheid is de motor van de integratie. 

 

Integreren, hoe doe je dat?

Eigenlijk bestaat succesvolle integratie uit drie elementen. Als je uit een land komt met een heel andere cultuur dan de Nederlandse, moet je zorgen dat je zo snel mogelijk Nederlands begrijpt en spreekt, dat je in je eigen inkomen kunt voorzien en dat je het begrip vrijheid goed in je hebt opgenomen. De motor van integratie is de zelfredzaamheid

Wie een opleiding volgt en een betaalde baan vindt of een eigen zaak begint, kan zorgen voor zijn eigen inkomen. Je helpt de economie, je betaalt belasting en je helpt jezelf. Je leert de taal, de omgangsvormen en de bedrijfscultuur en je leert ook in de praktijk hoe de Nederlandse samenleving met het begrip vrijheid omgaat. De aandacht van de gemeente moet dus vooral naar het stimuleren van een sterke economie die vraagt om mensen die willen ondernemen en die willen werken. En de aandacht moet gaan naar immigranten die in de bijstand zitten omdat de motor van de zelfredzaamheid daar niet is aangeslagen. Voor mensen die kúnnen werken, kan en moet de bijstand als stimulans en dwangmiddel gebruikt worden om hen uit hun afhankelijke positie te krijgen. Je werkt of je leert; thuiszitten en zuinig leven van een uitkering is er niet meer bij.

De Volkspartij voor Vrijheid en Democratie, hecht er bij het inburgeren vooral aan dat het idee van de individuele vrijheid dwingende aandacht krijgt. Het vrije individu is in de grote stad de norm. Dat is in heel veel landen, buiten de grote steden, niet het geval. Als je bent opgevoed in een stammencultuur, stelt het individu niet zoveel voor. Je bent niet zelf verantwoordelijk voor je toekomst; je wacht af wat anderen voor je beslissen. Je hebt niet de vrijheid om je eigen keuzen te maken als het gaat om het geloof, de keuze van je partner of vrienden, kleding etc. En je hebt weinig respect voor de vrijheid van anderen buiten je stam. Je kunt het mensen uit een stammencultuur niet kwalijk nemen dat zij het individu ondergeschikt vinden aan het belang van de stam. Dat was daar waarschijnlijk nodig om te overleven. Maar hier niet. Voor wie in Rotterdam geen respect heeft voor het vrije individu, is geen plaats.

Een grote stad bestaat uit vrije individuen die allemaal hun eigenaardigheden hebben en mogen hebben. De vrijheid om anders te zijn, om je los te maken van de groepsdruk van de familie of de clan is bevrijdend. Als je assimileert in de gemeenschap van vrije burgers, is dat nooit een verlies, maar een bevrijding van de verstikkende druk van de anderen die jouw leven en jouw toekomst willen bepalen.

 Gepubliceerd in De Vrije Rotterdammer, maart 2006, pag 3