Op uitnodiging van de Egyptische Democratic Front Party werd in oktober 2009 de Liberale Internationale in Cairo gehouden. Ik was voor het eerst mee als delegatielid van de VVD. Hans van Baalen werd aan het eind van dat congres benoemd tot voorzitter van de Liberale Internationale, een federatie van liberale partijen van over de hele wereld. Een paar weken later werd hij in die functie op 11 november verzocht Nicaragua te verlaten toen hij op bezoek was bij de liberale partijen van dat land. De linkse president Daniel Ortega was niet te spreken over Van Baalens oproep om Ortega te verslaan bij de volgende verkiezingen en te voorkomen dat hij aan een ongrondwettelijke volgende termijn begon.

In Cairo ging het ook bijna fout, maar daar wist Van Baalen juist te voorkomen dat het congres abrupt zou zijn afgelopen. Het liberale Al Gabha, the Democratic Front Party zou worden bevorderd van de observer status naar volwaardig lid. Maar Sekina Fouad, de vicevoorzitter van die partij, had vreselijke dingen gezegd over Israel en de joden. Het waren oude uitspraken van deze mevrouw, maar de Wall Street Journal (http://online.wsj.com/article/SB10001424052748704335904574497143564035718.html) had er kort voor het congres een stuk over gepubliceerd. De Zweedse pers had dat opgepikt en de liberale delegaties uit dat land konden niet thuiskomen zonder daarvan afstand genomen te hebben. Dat sloeg over op de Denen en de Nederlanders en toen was er een probleem. Als dit zou betekenen dat onze gastheer, Al Gabha, niet zou worden toegelaten als volwaardig lid, zou het congres direct worden afgeblazen.

In het ondemocratische Egypte is deze partij toegelaten door president Hosni Mubarak en een van zijn ministers had warme woorden gesproken namens de president bij de opening van het congres. Weigering van de partij was dus ook een belediging geweest voor de grote leider. De wandelgangen gonsden. Een verlenging van de status van waarnemer was geen optie. Dat was een belediging. Accepteren als lid kon ook niet. Het artikel zou gekleurd zijn, ingegeven door ressentiment van enkele leden van de niet toegelaten Egyptian Union of Liberal Youth. Maar ja, het is moeilijk argumenteren tegen wat gedrukt staat in een respectabele krant en de laatste zin loog er niet om: ‘Yet a liberal movement that winds up espousing the kind of anti-Semitism that would have done the Nazis proud is, quite simply, not liberal.’

 

De enige uitweg was dat de partij publiekelijk afstand zou nemen van het artikel met drie onomwonden uitspraken: Wij erkennen het bestaansrecht van de staat Israel, we erkennen het historische feit van de Holocaust en we zijn geen antisemieten. Op het podium werd wat gedraaid door de voorzitter van Al Gabha over wat mevrouw Fouad misschien bedoeld had, maar dat was niet genoeg. Is zij in de zaal? wilde de LI-voorzitter weten. Met de eerste twee zinnen in het Engels ging zij met trillende stem door in het Arabisch. De Egyptische vertaalster raakte van slag en nog was niet duidelijk wat nu precies gezegd werd. Toen kwam het luid en duidelijk over het voetlicht: wij erkennen de staat Israel, wij ontkennen de Holocaust niet en wij zijn geen antisemieten. Dat laatste kan ook niet, voegde zij er aan toe want Egyptenaren zijn Semieten.

 

Hans van Baalen, die druk bemiddeld had om deze uitweg te bereiken, voegde er aan toe dat hij zojuist gebeld had met onze vrienden in Israel. Zij verwelkomen de voorzichtige beweging naar democratisering in Egypte en vonden het, alles afwegend, veel belangrijker om die ontwikkeling te koesteren. Zij hadden geen liefdesverklaring verwacht. ‘Ik sta bekend als een vriend van Israel en ik ben van mening dat de partij kan worden toegelaten.’  Met drie Zweedse onthoudingen werd de partijvolwaardig lid. Een kort emotieloos applaus. Mevrouw Fouad nam haar plaats op de laatste rij weer in. Niemand keek om. Een pijnlijk negeren alsof nu elk signaal fout was. Ik vond het moedig wat zij deed. Zij was zeker geen vriend van Israel en zij is niet opgegroeid in een cultuur waar je gemakkelijk een knieval maakt. Als enige ben ik opgestaan en heb haar de hand geschud en haar geprezen om haar moed.