De verkiezing van een lijsttrekker voor de VVD is een beauty contest. De kandidaten hebben geen eigen programma en brengen geen eigen kandidaten mee voor de lijst. Daarover beslissen de leden apart en niet in dezelfde samenstelling. Het is een openbare sollicitatie naar een baan waarvan de inhoud en de collega’s pas worden ingevuld nadat je hem hebt geaccepteerd.

En dan wordt het ook nog niet op prijs gesteld als je als kandidaat vertelt wat jou onderscheidt van je tegenstander. De kandidaten nemen geen afstand van de huidige lijn van de partij en ze kunnen alleen maar gissen of ze het eens zullen zijn met de partijlijn die zij naar een overwinning willen leiden.

Een échte lijsttrekkersverkiezing is alleen mogelijk als je als kandidaat een vleugel of een richting in de partij vertegenwoordigt, als je een eigen programma presenteert en een eigen team van kamerleden en een eigen campagneteam meebrengt. De commissies en de bestuursadviezen kunnen dan achterwege blijven. Een echte lijsttrekkersverkiezing betekent dat de leden niets meer te vetrellen hebben over programma of kandidaten en alleen nog kunnen kiezen uit twee of meer personen. Zo’n winner takes all benadering is lekker duidelijk, maar als de gekozen lijsttrekker dan vervolgens de parlementsverkiezingen verliest, kan de partij alleen maar vier jaar knarsetandend toezien.

In Rotterdam vond de lijsttrekkersverkiezing voor de gemeenteraad plaats volgens dezelfde procedure die nu landelijk wordt toegepast, maar daar stond het bestuur tot op zekere hoogte de winner takes all aanpak toe. Ik was de enige tegenkandidaat voor George van Gent, de zittende fractievoorzitter. Hij stelde zijn top vijf voor de raadsfractie samen en presenteerde zijn eigen programma, los dus van de commissies die daarmee ook bezig waren. George won met ruim 60% van de stemmen. Het lokale partijbestuur stond toe dat zijn top vijf ook de top vijf werd van de voorgestelde lijst en hij kreeg de gelegenheid om met zwaarwegende adviezen het definitieve concept van het verkiezingsprogramma te beïnvloeden. George bepaalde met zijn nummer twee, Mark Harbers, de campagnestrategie. De VVD belandde op een historisch dieptepunt van drie zetels, nadat we in de verkiezingen van 2002 al van negen naar vier gezakt waren. George leverde zijn zetel in, maar zijn team blijft.

Toen ik besloot de zittende macht uit te dagen, wist ik wat de regels en de gevaren waren. Ik heb mijn verlies en de consequenties daarvan aanvaard en ik heb loyaal meegewerkt aan de uitvoering van de campagne, al was het soms met jeukende handen en gekromde tenen. Er zit, denk ik, wel een les in voor de landelijke campagne.

Ik was helemaal niet ontevreden met bijna veertig procent. Hoewel het vakje leeg mocht blijven, kon op het formulier ook de nummer twee aangeven worden. Dat lijkt wat overdreven bij twee kandidaten, maar als ik de gegeven nummers twee meetel, vond een meerderheid van de leden dat ik in de top twee hoor. Mark Rutte en Rita Verdonk hebben al aangegeven dat zij elkaar op nummer twee zouden zetten. Dat zou door het partijbestuur bevestigd moeten worden door vast te stellen dat een kandidaat voor het lijsttrekkerschap die het niet gehaald heeft, maar waarvan een meerderheid heeft aangegeven deze goed genoeg te vinden voor de top twee, die tweede plaats ook daadwerkelijk aangeboden krijgt. Een partij die plaats wil bieden voor alle liberalen, van behoudend tot vooruitstrevend, moet voorkomen dat goede kandidaten sneuvelen in de strijd.